Stilstand in ruimtelijke ordening

‘Beersel is vol’. Met die verkiezingsslogan ging N-VA naar de kiezer en burgemeester Vandaele nam deze oneliner daarna volmondig over. Spijtig genoeg verander je de wereld niet met slogans. Vandaag is het op de diensten van ruimtelijke ordening nog steeds business as usual.

Maar onlangs was er vooral heel wat te doen rond een aantal dossiers die betrekking hebben tot de goede ruimtelijke ordening op grondgebied Beersel: een nieuwe feestzaal in Huizingen, een uitbreiding van het DHL-distributiecentrum in Lot, een grootkeuken in de Vaucampslaan in huizingen.

In al deze gevallen betreft het dossiers van goed menende ondernemers die conform de huidige ruimtelijke planning nieuwe activiteiten willen ontwikkelen met baten (tewerkstelling), maar ook nadelen (overlast voor de buurtbewoners). In alle gevallen kwam er protest van de buurtbewoners. Nochtans wensen de betrokken ondernemers gewoon nieuwe activiteiten te ontwikkelen, conform de verouderde gewestplannen, BPAs en/of verkavelingsvoorschriften.

Volgens Groen Beersel ligt de verantwoordelijkheid dus niet bij de betrokken ondernemers en burgers. Die zijn genoodzaakt om te werken binnen een verouderd ruimtelijk kader. De verantwoordelijkheid ligt in de eerste plaats bij het gemeentebestuur dat geen prioriteit maakt van de actualisering van de verouderde ruimtelijke randvoorwaarden. Zo werd er (onder druk van hogerhand) wel een gemeentelijk structuurplan van Beersel opgesteld en goedgekeurd, maar de gemeentelijke RUPs om uitvoering te geven aan dit structuurplan laten nog altijd op zich wachten. Het enige RUP dat op deze gemeenteraad tot op heden ter stemming gelegd werd, heeft als enige doel om de ruimtelijke context van alle gemeentelijke eigendommen te actualiseren of ten gelde te maken.

Nochtans  voorziet artikel 7.4.4/1 van de VCRO (in werking getreden op 11 januari 2019) in een vereenvoudigde procedure om verouderde BPA’s, APA’s, en gemeentelijke RUP’s te wijzigen om het ruimtelijk rendement te optimaliseren. Volgende ingrepen zijn bijvoorbeeld mogelijk met de soepelere planwijziging om het ruimtelijk rendement te optimaliseren:

§ 1. Op initiatief van het college van burgemeester en schepenen en na advies van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar of de gemeentelijke omgevingsambtenaar kunnen de stedenbouwkundige voorschriften van algemene en bijzondere plannen van aanleg worden herzien of opgeheven wat betreft:

1° de perceelsafmetingen;
2° de afmetingen en de inplanting van constructies;
3° de dakvorm en de gebruikte materialen;
4° de maximaal mogelijke vloerterreinindex;
5° het aantal bouwlagen;
6° de voortuinstroken, de tuinzones met inbegrip van tuinconstructies, de binnenplaatsen, de afsluitingen, de buitenaanleg rond gebouwen met inbegrip van verhardingen, de bouwvrije stroken en de bufferstroken;
7° het aantal toegelaten woongelegenheden of bedrijfseenheden per kavel;
8° de toegelaten functies in bebouwbare zones of van bebouwde onroerende goederen;
9° de parkeergelegenheden.

Gezien ‘Beersel vol is’ en gezien de vele  problemen met de ruimtelijke ordening die onlangs kwamen bovendrijven wensen wij volgende mondelinge vraag te agenderen op de volgende gemeenteraad van Woensdag aanstaande.

Daarom stelden we tijdens de gemeenteraad van september 2020 onderstaande vragen

  1. Welke nieuwe gemeentelijke RUPs zijn er op dit ogenblik in voorbereiding. Op welke zones hebben deze RUPs betrekking?
  2. Welke BPA’s en APA’s op het grondgebied Beersel beschouwt het gemeentebestuur als verouderd en welke initiatieven heeft het schepencollege genomen om de betreffende stedenbouwkundige voorschriften te herzien of op te heffen?
Spreid het nieuws ...