Voor de verkiezingen beloofde Ben Weyts in een brief aan elke Beerselaar een beter en transparanter beleid. Spijtig genoeg werd deze belofte in 2019 op de installatievergadering van het nieuw gemeentebestuur meteen op flagrante wijze ten grabbel gegooid. Ter zitting was er geen vuiltje aan de lucht en werd Sonja Van Wanseele (Lijst van de Burgemeesters) verkozen tot voorzitter van het bijzonder comité (het OCMW) en vanuit die functie als Schepen toegevoegd aan het college met de sociale bevoegdheden.
Maar het venijn zat hem in de kleine lettertjes. De aanstelling van Schepen Van Wanseele werd slechts goedgekeurd tot 31 december 2021. In die akte werd meteen vastgelegd dat Sonja Van Wanseele als Voorzitter van het bijzonder comité per 1 januari 2022 opgevolgd moest worden door een iemand van N-VA signatuur om haar mandaat per 1 januari 2023 opnieuw op te nemen.
Zo gezegd, zo geschiedde. Op 1 december van dit jaar werd door de meerderheid een nieuwe akte van voordracht voorgelegd om Bruno Lerminiaux voor te dragen om voor één jaar voorzitter te worden waardoor hij automatisch ook één jaar schepen wordt in het college van Beersel. 4 jaar van Wanseele, één jaar Lerminiaux en dan weer twee jaar Van Wanseele? In gans Vlaanderen is er geen flagranter voorbeeld van politiek stoelendansen en postjespakkerij te vinden.
Een stoelendans die spijtig genoeg vooral de zwakste inwoners van Beersel raakt en dit op een heel ongelukkig moment. Want vriend en vijand zijn het erover eens dat Sonja Van Wanseele de laatste jaren uitstekend werk geleverd heeft en kan steunen op een berg ervaring. Ten midden van coronacrisis wordt deze ervaren gids nu voor één jaar vervangen door een groentje zonder enige kennis van de sociale sector. Van goed beleid gesproken.