Voor de verkiezingen beloofde Ben Weyts in een brief aan elke Beerselaar een beter en transparanter beleid, maar die belofte werd op de installatievergadering van het nieuw gemeentebestuur al op flagrante wijze ten grabbel gegooid. Ter zitting was er op het eerste gezicht geen vuiltje aan de lucht en werd Sonja Van Wanseele (Lijst van de Burgemeester) verkozen tot voorzitter van het OCMW en vanuit die functe als schepen toegevoegd aan het college.
Het venijn zat hem in de kleine lettertjes. De aanstelling van schepen Van Wanseele werd slechts goedgekeurd tot 31 december 2021. Om de ware toedracht te achterhalen vroeg Groen de officiële voordracht akten op. In de akte werd vastgelegd dat Sonja Van Wanseele als voorzitter van het bijzonder comité per 1 januari 2022 opgevolgd wordt door een iemand van N-VA signatuur om haar mandaat per 1 januari 2023 opnieuw op te nemen. Vermits zij in 2022 geen schepen zal zijn worden ook al haar bevoegdheden in het college herverdeeld onder de overblijvende leden van de Lijst van de Burgemeester(s) en verhuist Sonja voor één jaar naar de gemeenteraad, om daarna haar oude bevoegdheden in het college weer op te nemen. Een onaanvaardbare stoelendans om één N-VA-verkozene één jaar vroeger een schepenambt te gunnen zonder dat daar serieuze bevoegdheden tegenover staan. Wat Groen het meest schrijnend vindt aan dit machtsspel is dat het de continuïteit van het welzijnsbeleid in Beersel hypothekeert. Dit wanbeleid treft in de eerste plaats de meest kwetsbare inwoners, die in alle discretie naar gepaste oplossingen zoeken voor concrete problemen op financieel, sociaal, maatschappelijk en persoonlijk gebied. Die verantwoordelijkheden parkeer je niet voor één jaartje bij onervaren collega’s, en dit louter en alleen om een N-VA’er één jaar vroeger een schepensjerp te gunnen, zonder dat daar serieuze bevoegdheden aan gekoppeld worden.